Hoofdstuk 15 - Het volgbod

Vooraf
In het boek en ook hieronder wordt aangegeven dat je het aantal getelde punten met drie moet verminderen. Dat is een heel handige manier om dezelfde antwoorden (6-9, etc.) te kunnen gebruiken. Die correctie geldt natuurlijk niet bij een volgbod van 1SA. Na dat volgbod wordt gewoon geantwoord alsaf direct met 1SA zou zijn geopend.

Twaalf biedoefeningen
Zie voor toelichting en eventueel gebruik van tablet of laptop bij

W-handen 1-6

O-handen 1-6

Antwoorden 1-6

W-handen 7-12

O-handen 7-12

Antwoorden 7-12

Hieronder de antwoorden op de vragen van hoofdstuk 15.
Vraag 1

Voor het beantwoorden van deze vraag is het verstandig nog eens goed voor jezelf op een rij te zetten aan welke voorwaarden een volgbod moet voldoen. Belangrijk is om je te realiseren dat een volgbod in een kleur een ruime puntenrange heeft van 6-15 punten. Daarnaast doe je het volgbod alleen met een goede vijfkaart en circa vijf speelslagen. De handen a, b en f voldoen daaraan.
Voor het 1SA-volgbod is vereist dat er dekking is in de geboden kleur en dat er 15-17 punten zijn. Hand d voldoet aan deze eisen.
Zoals ook al bij de antwoorden is vermeld heeft hand c geen vijfkaart en niet voldoende punten voor een 1SA-volgbod. Nu kan je met die hand nog niet bieden, maar in het volgende hoofdstuk komt aan de orde hoe met een dergelijke hand zou kunnen worden geboden.
Het is duidelijk dat je met hand e niet met ruiten moet volgen. De tegenspeler heeft met de 1-opening immers minstens een vierkaart ruiten aangegeven. Dan is het zeer onwaarschijnlijk dat jij in een ruitencontract zou moeten eindigen. Je kunt het beste passen en afwachten hoe de tegenspelers verder bieden. Misschien blijkt wel dat je een contract van de tegenspelers down kunt spelen.

Vraag 2
Bij het beantwoorden van deze vraag kan niet altijd het schema voor het bijbod gebruikt worden. Het volgbod heeft immers ruimte weggenomen. In een aantal situaties kan het schema worden gevolgd. Voor de handen met een schoppenkleur kan eenvoudig 1 worden geboden. Dit bod belooft minstens zes punten en een vierkaart. Hand a voldoet hieraan. Hand d heeft wel een vierkaart schoppen, maar met slechts 5 punten moet worden gepast.
Voor een bijbod in SA hanteren we de gebruikelijke puntenranges. We hebben alleen als extra voorwaarde gesteld dat er ook "dekking" moet zijn in de kleur van het volgbod, hier dus harten. De handen e en f hebben die dekking en geen eigen vierkaart, zodat een bod in SA in aanmerking komt. Wat je moet doen als je eigenlijk wel SA zou willen bieden, maar geen dekking hebt in harten, wordt besproken bij vraag 3.
De handen b en c hebben minstens tien punten en kunnen dus hun kleur met respectievelijk 3 (limietbod) en 2 aangeven.

Vraag 3
Als er geen volgbod was gedaan had je 1 kunnen bieden. Dat is nu niet meer mogelijk. Voor 2 heb je te weinig punten en voor 1SA ontbreekt de hartendekking. Je kunt nu dus niet anders dan passen, maar met 8 punten wil je dat eigenlijk niet. Later zullen we je een oplossing voor dit probleem aan de hand doen.

Vraag 4
Omdat de puntenrange van het volgbod zo ruim is (6-15 punten), gaan we uit van een gemiddeld aantal punten. Bij het "berekenen" van het antwoord stellen we dat er gevolgd is met 10 punten. Dat is dus een aanname. Jouw partner weet echter ook dat jij een aanname van 10 punten doet. Later in het biedverloop kan hij daar dus rekening mee houden. Hij weet immers van zijn eigen hand of hij meer of minder punten heeft.
De aanname van 10 punten ligt in vergelijking met een "normale" opening 3 punten lager. Daarom verhogen we bij de antwoorden alle puntenranges met 3 punten. Na een volgbod van 1 geeft een limietbod van 2 dus niet 6-9 punten aan, maar 9-12.
Maar het is veel gemakkelijker om je eigen puntenaantal met drie te verlagen. Daarna kun je het oorspronkelijke schema aanhouden (0-5 / 6-9 / 10-11 / 12-14) en dat is natuurlijk veel gemakkelijker te onthouden!! Zie verder bij vraag 5.

Vraag 5
In deze vraag passen we het principe van het in de vorige vraag behandelde toe. Als je partner zou hebben geopend, dan had je met minder dan 6 punten gepast. Dat betekent dan je na een volgbod van je partner met minder dan 9 (6+3) punten moet passen. Er is één uitzondering op dit uitgangspunt. Als je zelf een lange kleur hebt en heel weinig kaarten in partners kleur, dan bied je je kleur. Dit is een contractverbetering. Het is de bedoeling dat je partner daarop past. Hand c is een voorbeeld van een hand waarmee met het 1-bod een kleurverbetering wordt aangegeven. De handen a en e hebben minder dan 9 punten en omdat er geen reden is een eigen kleur te bieden, pas je dus. Hand e heeft een 4-kaart harten steun, dat is natuurlijk mooi bij het volgbod met een 5-kaart. De docent kan de nuance uitleggen met betrekking tot toch bieden met 9 hartens samen en/of in een volgende biedronde. Nu echter op basis van de punten passen.
Bijbod bij volgbod: drie punten aftrek en dan 'normaal' bieden
Voor het gemak geven we nog even het 'normale' schema.
punten bijbieder bod met troefsteun bod zonder troefsteun
0-5 pas pas of kleurverbetering
6-9 2 1SA
11-12 3 2SA
12-14 4 3SA
Het gaat hier dus om je antwoord op het volgbod van 1 in het biedverloop
1- 1 - pas - ???
Bij een SA-bod moet je, zoals al eerder opgemerkt, wel klaverendekking hebben.
Bij de resterende drie handen van deze vraag heb je voldoende punten en moet je eerst kijken of je steun in harten hebt. Omdat het volgbod minstens een vijfkaart aangeeft, is een driekaart al voldoende om steun aan te geven. Dat is het geval bij de handen b en f. Hand b heeft 11 punten (min 3 = 8) en dus volstaat 2 (6-9).
De 13 punten (min 3 = 10) van hand f maken een 3-bod mogelijk (10-11). Je partner kan nu aan de hand van zijn eigen hand uitrekenen of de manche kansrijk is.
Hand d heeft geen hartensteun, maar wel de andere kleuren. Daarbij heeft deze hand ook dekking in de kleur van het openingsbod. Met 8 punten (min 3 = 5) zou je moeten passen (0-5). Feitelijk heeft zuid (gecorrigeerd 5 punten) 1 punt te weinig om mee te mogen bieden. Maar omdat zuid slechts 1 harten heeft, goede dekking in klaveren en bijna genoeg punten kun je overwegen om 1 puntje te smokkelen en 1SA te bieden (6-9).

Vraag 6
Nu heeft je partner met 1SA gevolgd. Hij moet dus dekking in harten hebben en 15-17 punten. Je biedt bij alsof je partner met 1SA zou hebben geopend.
Met de 10 punten van hand b en ongetwijfeld de nodige slagen in ruiten bied je 3SA.
Met hand a zou het mogelijk kunnen zijn dat er een manche in schoppen kan worden gemaakt. Dan moet je partner wel over een vierkaart schoppen beschikken en maximaal in punten zijn. Met 2, de Staymanconventie, ga je op onderzoek. Als je partner met 2 antwoordt, bied je 3. Met een maximum zal je partner naar de manche verhogen. Als geen vierkaart schoppen wordt aangegeven, bied je 2SA. Ook dan kan je partner met een maximum verhogen naar de manche.
In hand c heb je een zeskaart schoppen en die kleur wil je spelen. Je dwingt dus je partner via het transferbod van 2 in jouw lengte te bieden. Daarna bied je 4, omdat je genoeg punten hebt en je partner minstens een doubleton mee moet hebben.

Vraag 7
Het bieden is begonnen als bij vraag 6 (1-1SA). Een openingsbod heeft minstens 13 punten en de onderkant van de puntenrange van het 1SA-volgbod is 15 punten. Er zijn dus al minstens 13+15=28 punten bekend. Oost en zuid kunnen nu dus maximaal over 40-28=12 punten beschikken.
De antwoorden van hoofdstuk 15 zijn ook te downloaden. Klik hier: